Claim na bedrijfsovername vanwege afwijkende cijfers.

Onlangs stond het met grote letters in de verschillende zakelijke kranten; Jumbo en Coop bereiden claim voor tegen Sligro. De aanleiding, aldus de woordvoerders van Jumbo, heeft te maken met het feit dat de financiële resultaten van de overgenomen Emté supermarktketen, een stuk slechter blijken te zijn dan uit eerder boekenonderzoek is gebleken. Sligro heeft in een reactie laten weten dat de claim ongegrond is en de juridische procedure met vertrouwen afwacht. De vraag die opkomt is, of het zinvol is om na een bedrijfsovername alsnog met een claim te komen, als al een uitvoerig boekenonderzoek heeft plaatsgevonden?

Het antwoord is natuurlijk niet een simpele kwestie van ja of nee. Zoals vaak zijn er tal van omstandigheden en uitzonderingen die elke overname uniek maken. Dus ook een mogelijke claim. Wanneer na een overname blijkt dat de gepresenteerde cijfers in een boekenonderzoek niet kloppen, of gemanipuleerd zijn, dan is sprake van misleiding. Een claim is dan zeker op zijn plaats. Wanneer echter sprake is van financiële verwachtingen die niet worden waargemaakt, dan is de situatie lastiger. Tenminste juridisch. Of het moet zijn dat de duidelijk omkaderde verwachtingen – in prestaties of cijfers te meten – in een juridisch document zijn vastgelegd. Vooral bij ‘earn out’ situaties, waarbij de koper een deel van de koopsom uitgesteld betaalt in overeenstemming met te verwachten prestaties, is daar sprake van.

Een ander geval is het wanneer een overgenomen onderneming weliswaar voldoet aan de gepresenteerde activa, maar wanneer de goodwill niet overeenkomt met de verwachting. Een voorbeeld? Enige tijd geleden werd een zakelijke dienstverlener overgenomen door een concurrerend bedrijf. Er werd een significant bedrag voor goodwill betaald. Na meer dan een jaar na overname werd tijdens een fraude-onderzoek door de belastingdienst vastgesteld, dat een directeur, van het overgenomen bedrijf, betrokken was bij frauduleus handelen met klanten van de organisatie. Deze frauduleuze handel speelde zich af voor de overname. Zowel de oud-directeur als de klanten kregen een naheffing en boete gepresenteerd van de fiscus. De overnemende partij besloot dat er sprake was van non-conformiteit. De overgenomen partij beantwoordt niet aan de kwaliteit van praktijkuitoefening en de goodwill die overnemers hadden mogen verwachten, zo wordt gesteld. Zowel reputatie van de overnemende partij is geschaad en van de goodwill is weinig over. De overnemende partij eist terugbetaling van de goodwill en een schadevergoeding voor misgelopen omzet. De verkopende partij heeft gesteld dat er geen garanties zijn afgegeven voor de goodwill. In eerste instantie heeft de rechtbank de claim dan ook verworpen. De overnemende partij heeft als opdracht meegekregen om bewijs te leveren voor goodwill schade.

Hiermee wordt dus nog eens duidelijk dat het van belang is om bij een bedrijfsovername een zorgvuldig juridisch document op te stellen met relevante garanties. Wilt u er meer van weten? Praat er eens over met Rob Beks van Beks Advocaten. info@beksadvocaten.nl

Beks Advocaten