Concurrentiebeding na een bedrijfsovername.

Het concurrentiebeding, of beter gezegd; het non-concurrentiebeding, wordt vaak ingezet als middel door ondernemers om hun klantrelatie te beschermen. Veelal toegepast bij medewerkers die vanuit een commerciële rol op intensieve wijze samenwerken met klanten. Maar ook bij een bedrijfsoverdracht is een non-concurrentiebeding van toepassing. Het is immers niet wenselijk dat een oud eigenaar na verkoop van zijn of haar bedrijf vrolijk profiteert van de jarenlange ervaring en connecties om een nieuw en concurrerend bedrijf op te zetten. Bovendien is het zo dat een deel van de koopprijs kan worden aangemerkt als goodwill, zeg maar de toekomstige verdiencapaciteit van het bedrijf.

Een non-concurrentiebeding hoort aan een aantal voorwaarden te voldoen. Zo mag het beding op activiteiten niet verder rijken dan de activiteiten die de verkochte onderneming ten tijde van de verkoop uitvoert. In de praktijk wordt hierbij meestal ook een bepaald gebied of regio benoemd. Ook dient een tijdsduur opgenomen te worden. In het geval er sprake is van goodwill, dan geldt een maximale tijdsduur van twee jaar. In het geval ook sprake is van know how, dan geldt een maximale tijdsduur van drie jaar. Het is van groot belang dat deze voorwaarden worden gevolgd. Wanneer dit namelijk niet gebeurt, en bijvoorbeeld een te lange tijdsduur wordt overeengekomen, dan kan het non-concurrentiebeding nietig verklaard worden.

Bent u geïnteresseerd in bedrijfsovernames? Praat er eens over met Rob Beks van Beks Advocaten om goed voorbereid te zijn. info@beksadvocaten.nl

Beks Advocaten