Enige tijd geleden kwam een bekende relatie langs. Een nuchtere, betrokken man die al jaren met passie zijn projectontwikkelingsbedrijf leidt. De afgelopen jaren waren ronduit goed geweest. Nieuwe projecten, tevreden investeerders, gezonde marges. Toch klonk er nu een lichte twijfel door in zijn stem.
Een collega-bestuurder had hem onlangs gewezen op aansprakelijkheid. “Eerlijk gezegd heb ik me daar nooit zo druk om gemaakt,” zei hij. “Maar de projecten worden groter, de bedragen ook. En stel dat het misgaat met één van die bouwlocaties? Ben ík dan persoonlijk aansprakelijk? We krijgen toch elk jaar keurig decharge van de aandeelhouders?”
Een begrijpelijke vraag. Want decharge voelt vaak als een geruststellende hand op de schouder.
Alleen, het is geen pantser.
Wat betekent decharge eigenlijk?
Decharge is het besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA) waarmee zij uitspreken dat de vennootschap haar bestuurders en commissarissen niet intern aansprakelijk stelt voor het gevoerde beleid of toezicht.
Kort gezegd: de aandeelhouders zeggen “we zijn akkoord met wat er is gebeurd, voor zover wij dat weten.”
Dat is prettig, want het biedt een zekere mate van bescherming.
Maar er zijn grenzen:
- Decharge geldt alleen binnen de vennootschap, niet tegenover derden.
- En ze geldt alleen voor wat de aandeelhouders kenden op het moment van besluitvorming.
Wat decharge níet doet
Onze directeur dacht dat hij, dankzij decharge, ook buiten schot zou blijven als er problemen zouden ontstaan met particuliere investeerders. Maar dat is een misverstand.
Decharge ziet uitsluitend op interne aansprakelijkheid.
Gaat het mis met een project en stellen investeerders dat ze zijn misleid of dat het bestuur onzorgvuldig heeft gehandeld? Dan kan dat leiden tot externe aansprakelijkheid, en daar biedt decharge géén bescherming tegen.
Zelfs een curator kan in een faillissement nog het bestuur aanspreken.
En ook individuele aandeelhouders kunnen dat, als zij vinden dat er onrechtmatig tegen hén is gehandeld.
Terug naar onze directeur
In zijn geval ging het om bouwprojecten met externe particuliere participaties. De aandeelhouders verleenden elk jaar keurig decharge, maar die gold alleen voor het beleid dat zij kenden: de jaarstukken, de rapportages, de besluiten die aan hen waren voorgelegd.
Als later zou blijken dat risico’s bewust te rooskleurig waren voorgesteld of cruciale informatie was achtergehouden, dan valt dat buiten de verleende decharge.
Kortom:
- Decharge beschermt alleen tegenover de eigen vennootschap,
- Niet tegen derden (zoals investeerders, curatoren of toezichthouders),
- En alleen voor feiten die bekend waren bij de aandeelhouders.
Wat kun je doen?
- Wees transparant. Deel belangrijke informatie volledig met de aandeelhouders vóórdat decharge wordt verleend.
- Leg alles zorgvuldig vast. Notulen, besluiten en interne memo’s zijn later het bewijs van zorgvuldig handelen.
- Let op bij externe investeerders. Naarmate meer particuliere partijen mee-investeren, nemen de persoonlijke risico’s toe.
- Herzie statuten en D&O-verzekering. Controleer of ze ook bescherming bieden bij claims van buitenaf.
Vragen over bestuurdersaansprakelijkheid of de reikwijdte van een verleende decharge?
Onze advocaat Rob Beks van Beks Advocaten helpt bestuurders, aandeelhouders en commissarissen om hun risico’s inzichtelijk te maken. Wil je er eens over sparren? Dat kan. r.beks@beksadvocaten.nl