Eén van onze relaties nam onlangs contact op met een opvallend verzoek. Hij wilde namelijk een recherchebureau inzetten om een medewerker te controleren. Zijn vraag; mag ik dat doen?
Wat was er aan de hand?
Dit verhaal uit de praktijk betrof een cliënt met een transportbedrijf. Een praktische ondernemer. Goed van vertrouwen, maar ook één van duidelijkheid. Hij vertelde zijn verhaal over een nieuwe medewerker.
De medewerker was nog geen maand in dienst als chauffeur toen hij zich ziek meldde. Knie verdraaid. Werken ging echt niet meer. Autorijden al helemaal niet. Hij liep op krukken en kon naar eigen zeggen de deur niet uit. Op zichzelf niets bijzonders. Maar het wringende zat in de details. In de timing. En in de verhalen die steeds nét niet hetzelfde waren.
Onze cliënt, de werkgever, had geprobeerd iets aardigs te doen: hij wilde een bloemetje langsbrengen. Tot twee keer toe stond hij voor een gesloten deur. Vreemd, vond hij. Zeker gezien de appjes waarin de werknemer schreef dat hij “vast thuis zat”. Tot hij hem plotseling, na een tweede bezoek, zag thuiskomen. Lopend. Zonder krukken. Trap op, trap af. Even later weer in de auto, onderweg naar de bedrijfsarts.
Dat was het moment waarop de twijfel definitief omsloeg in wantrouwen. De werkgever besloot in actie te komen. Hij wilde het echter wel zorgvuldig aanpakken. En hoewel hij inmiddels al een bedrijfsrecherchebureau had ingeschakeld, meldde hij zich bij ons.
De vraag was helder:
Mag dit? En hoe ver kan ik hierin gaan? Want ja, observeren raakt de privacy van een werknemer. En nee, dat mag niet zomaar.
Maar hier was meer aan de hand.
Het recherchebureau observeerde de werknemer vier dagen lang, uitsluitend op openbare plekken. Wat zij vastlegden, liet weinig ruimte voor interpretatie.
De ‘zieke’ werknemer stond op het voetbalveld. Liet zijn hond uit, een forse hond, stevig aan de lijn. Liep zonder krukken, op badslippers. Reed auto. Liep trappen op en af. Kortom: niets wees op iemand die niet zelfstandig als chauffeur aan het verkeer kon deelnemen.
Daarmee stond vast dat dit geen kwestie was van nuance of verschil in beleving. Dit was frauduleus ziekteverzuim.
De werkgever besloot daarop, na overleg met ons, de arbeidsovereenkomst per direct te beëindigen. Ontslag op staande voet. Een zwaar middel, maar in dit geval passend.
De werknemer liet het er niet bij zitten en stapte naar de rechter. Niet om zijn baan terug te krijgen, maar om het ontslag onderuit te halen. Volgens hem was het inschakelen van een recherchebureau een ontoelaatbare inbreuk op zijn privacy. Hij eiste een vergoeding.
Het oordeel van de rechter.
De rechter keek op een pragmatische manier naar de zaak.
Ja, er was sprake van een inbreuk op de privacy.
Maar die inbreuk was beperkt, doelgericht en proportioneel.
De werkgever had gegronde twijfels. Andere middelen waren niet afdoende. De observatie duurde slechts vier dagen. En alles vond plaats in de openbare ruimte.
Het belang om de waarheid te achterhalen weegt zwaarder dan het privacybelang van de werknemer, aldus de rechter.
Het ontslag op staande voet was rechtsgeldig.
Dat de werknemer in de schuldsanering zat, maakte geen verschil. Hij moest zelfs de kosten voor inschakeling van het recherchebureau terugbetalen.
Heb je zelf te maken met een conflict met een medewerker?
Aarzel niet om contact op te nemen met Christophe van Uden van Beks Advocaten. c.van.uden@beksadvocaten.nl