Het is begin 2020 als een arbeidsjurist en een fiscalist besluiten om hun kennis en netwerk te bundelen in een nieuw bedrijf. Doel van het nieuwe bedrijf is om de expatmarkt te gaan bedienen met juridisch en fiscaal advies. De jurist heeft op dat moment al enkele bedrijven, die ingebracht worden in het nieuw op te starten bedrijf. De zaken gaan goed. Hoewel de verdeling tussen fiscalist en jurist in beginsel 40/60 is, besluiten de twee aandeelhouders om de verhouding te brengen naar 50/50. Als de fiscalist in 2022 ontdekt dat de jurist ook nog omzet realiseert met een eigen vennootschap, knakt er iets bij de fiscalist. Het leidt tot een ruzie die uiteindelijk eindigt bij de Ondernemingskamer. Als de rechter van de Ondernemingskamer om uitleg vraagt, vertelt de fiscalist dat het eigenlijk helemaal niet om geld gaat, maar om vertrouwen. De jurist voert als verweer aan dat er niets is vastgelegd en dat het bovendien gaat om omzet die tot stand kwam in één van de bedrijven die langzaam maar zeker zouden worden ingevoegd in de nieuwe vennootschap.
Het lukt de twee aandeelhouders niet om tot een oplossing te komen. Het vertrouwen zakt daarbij zover terug dat een gezamenlijke toekomst over lijkt. Onrechtmatige onttrekkingen, sommaties aan klanten, deurwaardersexploten zijn aan de orde van de dag. Op enig moment wordt de fiscalist zelfs de toegang ontnomen tot de digitale bedrijfssystemen en wordt hij uitgeschreven als bestuurder. Als de fiscalist daarop enkele klanten ‘meeneemt’, ontstaan er liquiditeitsproblemen. De jurist kan niet anders, zo vindt hij, dan die klanten rechtstreeks te factureren. Ondanks allerlei verweren over relatie- en concurrentiebeding, roept de rechter van de Ondernemingskamer op om de middag toch maar eens te gebruiken om er samen uit te komen. De rechter benadrukt daarbij het financiële belang en de dreigende kosten als er een officieel langdurig onderzoek ingesteld dient te worden. Ook de wetenschap dat een onderzoek het conflict niet oplost blijkt niet tegen dovemans oren gezegd. Na een middag onderhandelen, waarbij de emoties soms hoog oplopen, blijkt er toch een overeenkomst te zijn. De fiscalist mag de meegenomen klanten houden. Daarbij dient hij wel een bedrag terug te storten. Ook mag de fiscalist zich voor een bepaalde periode niet op de particuliere expatmarkt begeven.
De rechter van de Ondernemingskamer sluit af met de licht cynische woorden dat het toch fijn is dat de Ondernemingskamer een ‘bemiddelende’ rol heeft kunnen vervullen om de twee strijdende partijen er samen uit te laten komen.
Tip!
Wanneer er sprake is van een geschil, waarbij de emoties hoog oplopen, praat dan eens met één van de advocaten van Beks Advocaten. Vaak bereik je namelijk meer met onderhandelen dan met een gang naar de rechter. info@beksadvocaten.nl